vrijdag 19 maart 2010

Spijbelen

Gisteren heb ik gespijbeld - geen Nordic Ecosystems, geen Norwegian Language. Maar niet zonder reden. Niets gebeurt zonder reden. Zo'n ruime honderdvijftig kilometer verderop, over de Zweedse grens, zijn onderzoekers te vinden in de lucht. Met een helikopter zoeken ze de omgeving af, op zoek naar het wolvenpak wat daar haar territorium heeft. Het geweer gericht op de wolven. Patronen gevuld met verdovingsmiddel. Wees gerust, het zijn gelukkig geen kogels om ze enkel naar het hiernamaals te helpen! Het doel? Het omdoen van halsbanden met daarin GPS/VHF-transmitters (soort radiogolven) om zo de verspreiding en het gedrag van de wolven te kunnen bestuderen. Deze halsbanden sturen om de zoveel tijd (instelbaar!) een aantal coördinaten naar een mobiele telefoon, om ze vervolgens digitaal te kunnen verwerken. Zo kunnen wetenschappers meer te weten komen over waar ze een prooi hebben buitgemaakt, hoe ze zich geografisch verspreiden en gedragen en wellicht een honderdtal andere dingen. Oftewel het is dus, in de eerste instantie, puur voor de wetenschap. Ok, eerlijk is eerlijk, een halsband om de strot van een wild dier is verre van natuurlijk - maar meer kennis betekent ook meer houvast op de bescherming en management van een bepaalde diersoort. Het dient altijd een hoger doel (op een non-religieuze manier uiteraard)...

Na een dikke 150 kilometer stopten we net voor de grens van Noorwegen en Zweden. Daar moesten we wachten op een telefoontje van een der onderzoekers. Het kon nog goed een uur of wat duren voordat er een wolf zou worden gevangen voor nader onderzoek, er was ook een kans dat er helemaal geen wolven zouden worden gevangen. De tocht zou dan een tevergeefse poging zijn geweest. Een tweetal dagen eerder hadden ze het alpha paar te pakken genomen en voorzien van het halssieraad. Het ging vandaag om het vangen van een aantal jonge dieren - juvenielen van zo'n 8 a 12 maanden oud (voor zover ik me kan herinneren). De kans was aanzienlijk dat ze ook vandaag een wolf zouden vangen.

Daar stonden we dan, ook ik, met zowat alle internationale studenten, koukleumend en wachtend op een telefoontje van het opperhoofd opdat we verder mochten. Dieper de wildernis in - naar de plek van bestemming.


De helikopter was al geland, de wolf lag als een oorlogsslachtoffer voor de cockpit de sneeuw, gewikkeld in een deken. Het natuurlijke 'verwarmingssysteem' doet het niet, vandaar dus dat een thermodeken ervoor moet zorgen dat de wolf niet onderkoeld raakt tijdens zijn geestelijke afwezigheid. De onderzoekers zaten er met gebogen ruggen omheen. De halsband moest worden omgedaan - niet te strak - de hartslag moet ook nog worden bijgehouden, het gewicht moest worden bepaald. Ook de Noorse krant 'Aftenposten' was aanwezig, een tweetal lieden die vanochtend vroeg zijn vertrokken vanuit Oslo. Dit op verzoek van het onderzoeksteam - mensen op de hoogte houden is immers een goede manier om draagvlak te creëren. Wanneer onderzoek in het geheim gebeurt, wordt het een beetje 'eng'. Als het mij vraagt.



Na alle metingen mochten ook wij, als een soort toeristen, dichterbij komen. Als eerste zagen we de kop van het dier, de rest van het lichaam was immer gehuld in de dekens om het lichaam warm te houden. De wind is ongenadig - zeker als natuurlijke mechanismen niet werken. Onder het continue geritsel van samentrekkende diafragma's komt de wolf steeds meer tot bewustzijn. Mocht je al van een bewustzijn spreken. Het knipperen van de oogleden in combinatie met het schokkerig bewegen van de kop doet het publiek zwijgen opleggen. De fototoestellen krijgen een moment rust, maar binnen kortste keren 'knippen' de machines er weer op los. De wolf wordt ontdaan van alle meetapparatuur. Zelfs de laatste flap van de warme dekens wordt opengeslagen en daar ligt hij dan. In een soort van semi-coma op een rubber matje. Gefotografeerd van alle kanten mogelijk - later in de krant. Mensen willen het dier aaien, mensen aaien het dier. Het is een jong dier, een jong wild dier. Geboren en getogen in de wilde natuur - gewend aan wilde dingen.

Huisdieren zijn ervoor om te aaien. Hondjes, katjes, muisjes, vogeltjes? Wilde dieren niet.

Zodra je een wild dier aait, verdwijnt er een deel van de wildheid. Het is een dier dat nimmer is aangeraakt door mensen, dat nooit bedoeld is om aangeraakt te worden door mensen... Mijn mening.


Na een tijdje was het gedaan met de pret, althans voor de mensen die het dier liefkozend aan het aaien waren. De verdoving, een dubbele portie voor deze jongeman, begon uit te werken. Het dertig kilogram wegende dier (wat aan de wat lichte kant was in dit geval) werd verder het bos in gedragen. Daar zou het ontwaken uit de coma om vervolgens, met halsband en al, terug te keren naar de wildernis, om zo onderzoek te voorzien van gegevens. Tevoren was al een pad gebaand, op de hoop dat het dier zou realiseren dat het minder moeite kost om over dit pad weg te lopen dan door de diepe sneeuw. Zeker wanneer de fijne motoriek nog niet helemaal werken wil.

Het ontwaken ging erg moeizaam. Wat moet zo'n beest toch denken, wanneer het probeert op te kijken, en dan ziet er een twintig paar ogen op hemzelf gericht zijn? Wanneer het ziet dat er even zoveel cameralenzen zijn, die de onhandige pogingen tot vluchten voor eeuwig vastleggen middels digitale enen en nullen? Of wellicht is het nog zo versuft dat het dier hier niets van meekrijgt. Maar ach, dat geloof ik niet. Want wat te denken van alle geursignalen die de receptoren in het brein van de wolf tot alarmeren doen aanzetten - maar dat, door de verdoving, het lichaam niet wil meewerken?

Daar stonden we dan, ook ik, gefascineerd door de onhandige handelingen van het dier. Het wilde wel, maar het kon niet. Het wilde vluchten, maar het lichaam wilde niet. De ogen zonder focus, de bek half open en de tong naar eenieder gericht. De helikopter kwam en maakte een grote boog om onze locatie heen. Het beest zette alles op alles om te vluchten. De verkeerde kant op, opgevangen door de aanwezige dierenartsen, terug de goede kant op. Dat met die helikopter en vluchtegedrag, hoe noem je dat in biologische kreten - associative behaviour? Na elke verwoede poging om op eigen poten te staan, viel het dier terug in de sneeuw, om daar met uitgestoken tong uit te moeten puffen. Nog niet helemaal bewust wat deze onhandigheid deed veroorzaken. Alsof het dier dronken was en tegelijkertijd een vreselijke kater had...


(Even tussen haakjes: volgens onderzoek in Alaska/Canada doen beren er drie weken over om weer 'normaal' gedrag te vertonen na een half dagje in coma te hebben gelegen. Je kunt je voorstellen dat wolven er minder 'last' van hebben. Maar dat ze er, als gevolge van, voorlopig iets anders door zullen gedragen is een vaststaand feit.)

Na een tijdje vond ik het genoeg geweest. De helikopter was wederom geland, maar ditmaal zonder enig succes. Ze zouden het later op de middag weer proberen. Wij besloten om naar huis te gaan. Het was echt genoeg geweest. Een tweede wolf zou het er niet specialer op maken. Speciale dingen moeten speciaal blijven. Anders wordt het zo normaal, vind je niet?

Uiteraard ben ik erg blij dat ik een wilde wolf met eigen ogen heb mogen zien (er zijn weinig mensen die dit mogen meemaken). Hoewel het dier daar versuft lag uit te hijgen, kun je dit nimmer vergelijken met een wolf uit een boek, op televisiescherm of in een dierentuin. Wat ik met bovenstaande tekst enkel probeer uit te leggen, is dat veel dingen romantischer lijken dan dat het in werkelijkheid is. Romantischer zou zijn geweest als ik de onderzoekers heldenmoed en heldendaad had toegedicht, dat de wolf met vuur en vlam in de ogen eenieder aanstaarde en dat - op het laatste moment - de wolf nog eenmaal omkeek en verdween in de door mist gehulde duistere wouden...

Morgen kom ik naar huis, ik heb gekampeerd, bergen getrotseerd en ik heb mijn wolf gezien...

Maar niet heus...

maandag 15 maart 2010

Over kerken, kamperen en bergtoppen...

Een paar zondagen geleden ben ik naar de kerk gegaan... - ik beken schuld. Ik heb echter geen stap in de kerk gezet. Jammer, want ik had het graag van binnen willen zien. Gelukkig was het uiterlijk van de kerk al zeer de moeite waard! Zoals sommigen weten (maar het overgrote deel waarschijnlijk niet) is Noorwegen rijk aan een uniek type kerk. Volgens mij zelfs een van de oudste houten gebouwen in Europa! Correct me if I'm wrong. Dit zijn de zogenaamde stavkirke en zoals de naam al zegt zijn dit (simpel vertaald) staafkerken. Deze bouwwijze wordt gekenmerkt door verticale planken en boomstammen welke rusten op een stenen fundering. Zo heeft het houten bouwwerk geen contact met de vochtige ondergrond en gaat het gebouw langer mee! Maar goed, daarover over een paar maanden (waarschijnlijk) meer!

Een andere bouwwijze is de (ik gebruik even het Duitse woord) manier waarop veel oudere huizen, maar ook nieuwe hutten, worden gebouwd in Noorwegen: het zogenaamde blockhausbau. Zo ook het kerkje in Rasta (vijf kilometer stroomafwaarts). Op een mooie zondagmorgen besloten ik en Stefan om op ski's naar dit kerkje te gaan en het eens van dichtbij te bekijken. De bloedrode balken steken mooi af tegen de zwartwitte bergen op de achtergrond...




Afgelopen weekend echter, ben ik samen met een paar medestudenten de wildernis ingegaan. Gewoon even een lekker nachtje buiten slapen en dan weer terug, want school gaat ook gewoon door. Lang wegblijven kán, maar is niet goed voor je studiegedrag!

Zonder sneeuwschoenen is er geen beginnen aan, dus ook ditmaal weer deze prachtuitvinding onder de voeten gebonden. Na een goede vier uur lopen kwamen we bij een meer waar we heerlijk in de zon hebben genoten van een middagmaal. Niet iedereen voelde zich optimaal dit weekend dus besloten we om de eerste de beste hut op te gaan zoeken en te kijken of deze wel open was. Dwars het meer overgestoken kwamen we bij een open hut. Het was wederom een cabrio-hut (zie een van mijn vorige verhalen) maar deze keer een wat luxer versie met ruimte genoeg voor zeker vier slaapzakken! Achteraf bleek de hut net iets te groot te zijn, want met het vuur konden we het niet geheel warm stoken. Maar ach, voor de nacht heb je een goede slaapzak... Na een avond vol stoere verhalen rondom een heerlijk brandend kampvuur besloten twee van ons (Bart & Stefan) om de nacht door te brengen in een 'snow shelter'. Niets meer dan een primitief afdakje, waaronder je droog ligt van enige regen- of sneeuwval. Of je het koud hebt of krijgt gedurende de nacht is een ander verhaal. (Ik heb overigens nog nooit zoveel sterren aan de hemel gezien als die nacht!) Jan (Duitser) en ik verbleven de nacht in de hut, met een zacht, knisperend vuurtje in het midden van de hut. Af en toe wakker geworden van een ijskoude neus ben ik de nacht goed en warm doorgekomen. Ook Stefan en Bart hebben het overleefd - so no worries.




Om het verhaal nóg langer te maken, prop ik er het (korte) verhaal van deze dag ook nog even tussen. Vandaag wederom een excursie (omgeving Rondane Nasjonalpark) met de bus door Noorwegen. Het is lastig om overal te stoppen met een x-aantal-meter-lange bus, laat staan een weg te banen door de diepe sneeuw. Vandaar dat een groot deel van de excursie plaatsvond in de bus. Gelukkig gingen we er geregeld op mooie momenten uit. Gedurende de excursie heb ik zoveel informatie opgevangen die ik niet met jullie ga delen - dat zou me nog een dag extra kosten om alles uit te typen! Vandaar dat ik het doe met een aantal foto's om je een impressie te geven van wat ik vandaag gezien heb! :) Enjoy.




woensdag 10 maart 2010

Lente!

Ik voel het! Ik ruik het! Spring is coming!

De temperaturen zijn op dit moment aanzienlijk hoger dan een aantal weken geleden. Hoewel het 's nachts nog zeker vriest, zijn er overdag al temperaturen boven de nul waar te nemen. Het is warempel lekker in de zon! :)

Kijk, het kan natuurlijk ook zo zijn dat ik voor mijn beurt spreek en dat Koning Winter ons nog goed terug pakt - maar dat weet ik niet. De temperatuur is hier as normal volgens menig Noor. Maar niet getreurd! Met het pak sneeuw dat hier nog ligt kan ik nog zo'n maandje mee vooruit... :)

We will see!

Nature works in mysterious ways...

donderdag 4 maart 2010

Tronkberget

Het is een beetje aan de late kant, maar ik doe het toch. Ook afgelopen weekend heb ik een benoemenswaardige tocht gemaakt - een dagtocht. Aan deze kant van de rivier, op zo'n vijftien minuten lopen vanaf de school ligt Tronkberget. Een berg van om en nabij de 680 meter boven zeeniveau. De berg is op dit moment voor het overgrote gedeelte gehuld in sneeuw. Daar waar de sneeuw ontbreekt zie je de grimmige donkere pieken van den of spar, met hier en daar de sombere bladloze gestalten van berk en els. Op ongeveer drie-vierde, of wellicht iets eerder, van de berg is een zwarte kale band te zien, bestaande uit rotsen die zowat verticaal omhoog rijzen. Daar kan geen boom groeien. Sommige bomen proberen het toch, wat resulteert in de meest aparte verschijningsvormen. Daar waar je de kans van overleving nihil acht, op het randje van de afgrond, staan bomen zo dik als elders in het bos. Ze doen het met een zeer dun laagje 'zand', hopend dat met het stromende regenwater voedsel meekomt. Het doet mij dan ook altijd fascineren - balancerend op het randje...

Tronkberget - 680 m.o.h.

Het mooie aan de sneeuwschoenen is dat sommige ook een soort van ijzeren tanden onderop hebben zitten. Zo kun je met wat kracht je weg door de sneeuw heen bijten, als het ware. Op de erg steile stukken is dat van belang, want anders kom je nergens. Waar de ijzeren grip faalt moet je vertrouwen op je armspieren. Steunend op de stokken, met hier en daar wat hulp van een omstaande boom baan je je een weg door de sneeuw - naar boven.

Het eerste deel, tot aan de berg, gaat soepel. De weg is overigens voor het overgrote deel al gebaand door een groep medestudenten die een dag eerder de berg hebben getrotseerd, maar ongeacht dat ging het niet vanzelf! Het eerste deel gaat over de akkers, bedekt met kruisdiep sneeuw. Zonder sneeuwschoenen is het mogelijk, maar erg frustrerend op den duur. Vanaf de akkerrand moet je het spoor over (ja, dat kan hier!) en de bergen in. Eerst een heuveltje over voordat de echte klim kan beginnen.

We benaderen de berg vanaf het zuidwesten. Door de snelle opeenvolging van hoogtelijnen kun je zien dat je binnen no-time flinke hoogte kunt maken. Keer op keer sta ik versteld hoe snel je stijgen kunt, ook te voet. Voor je het weet kun je tussen de slanke sparren door het dal van de Glåma zien liggen. Vanaf de berg zie je de huizen als miniaturen in het rivierdal liggen - alsof je op een maquette neerkijkt.

Miniatuurhuisjes in het dal

Op de top van de berg heerst een heel ander klimaat dan beneden in het dal. De bomen zijn er korter, dunner en schrieler gebouwd. Mocht je dan toch dikke bomen vinden dan kun je er gerust vanuit gaan dat ze er al een aantal eeuwen staan. Als mens kun je dat haast niet begrijpen... Beter gezegd: niet.

Eeuwenoude den op de top van de berg

Bovenop de berg staat een kleine hut met een gat in het dak. Stom, zul je denken, maar het is uiterst slim bedacht. Het is een laag hutje gebouwd met houten balken. Tegen de wanden van de hut zijn planken waar je op kunt zitten. In het midden is een mooie plek om een vuurtje te maken. Zeker na een zware klim, want dat was het, is een vuur altijd motiverend - stimulerend. Vandaar dus ook dat gat in het dak, zodat je binnen (droog) kunt zitten terwijl je een vuur je warm houdt...

Hut - ondergesneeuwd en wel


Binnen - met open dak, cabrio onder de berghutjes

Uitzicht - onderaan het dal van de rivier.

Uitzicht over de bergen...