woensdag 24 februari 2010

Femundsmarka

Excursies zijn tof, dat hoef ik niemand te vertellen. Nog tofferder als je in Noorwegen bent. Toch is het even bikkelen om ervoor te zorgen dat je om 08h00 in de bus zit, terwijl het 's ochtends nauwelijks warmer is dan -20 C! Het kleine stukje van 'studentdorm' naar de deur van de bus is goed genoeg om uitgeademde waterdamp te laten bevriezen aan de neusharen - wat resulteert in een onaangenaam 'snotneus-gevoel'.

Gisteren erop uit om wat van de omgeving te zien. Hoewel ik daar erg veel over kan vertellen -want ik heb veel gezien en gehoord - is het makkelijker om gewoon wat plaatjes te laten zien. Zodat je op die manier zelf een beeld kan vormen wat hier allemaal te zien is... Ofzo.

Om je een idee te geven waar we naartoe zijn gegaan, hier een overzichtskaartje van het nasjonalpark Femundsmarka. Het gebied ligt precies ten westen van het Zweedse Rogen / Långfjället Natuurreservaat waar ik samen met een stel vrienden in 2008 een mooie toch heb gemaakt! Het was erg mooi om de Noorse equivalent daarvan eens te bewonderen, ditmaal bedekt onder de sneeuw! :) Oja, daar waar de bomen stoppen is uiteraard de boomgrens (duh) - die ligt in dat gebied op zo'n 800-900 m.o.h. (meter över havet).








zondag 21 februari 2010

Vallen en opstaan

Deze plek is echt een outdoorparadijs. Het is onmogelijk om iets anders te doen dan naar buiten gaan. Sommigen kunnen dat niet hebben; zij moeten bestrating hebben om op te lopen, een kroeg op loopafstand of een kleren(kolere?)winkel waar zij hun zuurverdiende geld kunnen uitgeven.

Dat heb je hier niet.

Als de wegen al verhard zijn, zijn ze op dit moment bevroren of ten minste bedekt met sneeuw. De dichtstbijzijnde kroeg is een kilometer of 25 verderop, als je al van een kroeg spreken mag. Voor een 'echte' winkelstraat moet je nog verder zoeken, misschien pas in Oslo - dat weet ik niet precies...

Sinds een drietal dagen begin in de kunst van het skiën onder de knie te krijgen. Het zijn geen normale ski's, want daarmee kun je niet bergop. Het zijn de zogenaamde cross-country ski's, je kent het wel van televisie: waar atleten als een malloot zichzelf lopen af te beulen om bergop te gaan om even later weer neer te strijken om op wat rondjes te schieten (Noors: skiskyting).

Goed, ik had het nooit gedacht maar dat skiën bevalt me best. Met name bergop. Echt? Ja, echt! Je kunt namelijk een constant tempo bergop (net zoals op de fietsen) en dat is gewoon fijn. Je kunt in een bepaald ritme blijven en gecontroleerd blijven bewegen. Je gebruikt immers ook je armen voor extra stabiliteit en kracht!

Berg af is voor mij nog een heel ander verhaal. Zolang het maar een rechte weg naar beneden is - en dat is hier nooit - dan gaat het prima. Bochtenwerk of hobbels in de weg zijn funest. Dit resulteert dan zeker 8 van de 10 keer in een lekker frisse duik in de meterdiepe sneeuw - alles beter dat met je bakkes op de keien, toch?

Vallen en opstaan - zo gaat een eeuwenoud gezegde. Precies!

Genoeg geouwehoer, hier wat mooie plaatjes van vandaag.

Winter-wonderland


Zomerhut in de bergen - op slot en onbewoond :(


woensdag 17 februari 2010

Je hebt elanden - en elanden.

Vandaag was dan dag dat we met het vak 'carnivore ecology' (klinkt als een ruige heavy metal band!) een excursie hadden. Onze hoop lag op het zien van wolven, hoewel je daar eigenlijk nooit op mag hopen (althans dat is mijn insteek als het neerkomt op het zien van wilde dieren). In de buurt ligt namelijk het grote bevroren meer (zo'n 4o km lang, 2 km breed) 'Storsjøen' (spreek uit als: stoersjun) waar afgelopen weekend een wolvenpaar (waarschijnlijk het alpha-koppel) is gespot. Ze lagen met zonnig weer midden op het meer, zodat ze alles goed konden overzien en ook voldoende vluchtroutes hebben. Want ja, wolven zijn banger voor mensen dan andersom, echt! Op dat moment wist men nog niet waarom ze precies op dat meer lagen, maar vandaag was het duidelijk geworden. In de buurt hadden ze namelijk een elandkalf gedood (they had made a kill, zoals ze dat in het Engels zeggen), waar ze dus goed een paar dagen op kunnen teren. Vandaar dat ze in de buurt, lekker in het zonnetje, lagen uit te buiken.

Hoewel we geen wolven hebben gezien deze dag, zijn we wel naar het elandenkadaver gegaan om eens te kijken hoe dat eruit zag. Dat is namelijk ook een hele beleving! In Nederland schrikt het merendeel al als ze een dood konijn of haasje zien, laat staan een eland!

Overal was de sneeuw vertrapt, er lagen haren en bloed. Het kadaver was eerst ontdaan van de maag (want dat eten ze niet op, waarschijnlijk omdat het er barst van de bacteriën) en vervolgens een stukje verder gesleurd. Het enige wat er nog van het kalfje over was, was de huid, de poten en de kop. De rest was weg, versleept of gewoon opgegeten.

Crime scene (met rechts de resten van de eland):


Haren - neen, het was niet een of andere Noor die zich heeft ontdaan van de baard of snor


Close up - elandkalf


Voorkant


Het bevroren meer - op voorgrond sporen van wilde dieren


Wolvenpootafdruk - met bloed!



Ps. We hadden vandaag ook nog een drietal levende elanden gezien. Heus! Lompe, logge beesten zijn het, maar wel mooi om ze ook eens levend te zien! :) (Ik heb er geen foto's van kunnen nemen, jammerlijk genoeg, maar dat komt nog wel - aangezien deze provincie de grootste dichtheid van elanden kent!)

Pps. Mijn excuses voor degene met zwakke maag, of aan zij die denken dat in de natuur alles lief, zacht en schattig is. -NOT- :P

zaterdag 13 februari 2010

Op naar de top!

Met nog een aantal vrije dagen in het verschiet mag er niet stil gezeten worden. Hoe kan een mooie dag beter gevuld worden dan met een mooie wandeling door de winterse natuur die Noorwegen rijk is? Het plan ontstond 's avonds aan de keukentafel na een stevige maaltijd. Er zou en moest een berg getrotseerd worden, niet alleen vanwege de schoonheid buiten - maar ook om eens onze spullen te testen. We hadden immers niet voor niets dikke winterschoenen en een loodzware slaapzak gekocht. We namen de proef op de som op een van de wat hogere bergen in de omgeving: de Rognvorda. Deze berg bestaat uit drie toppen, waarvan wij naar de meest oostelijke top gingen (LINK). Deze heeft een hoogte van om en nabij de 975 meter boven zeeniveau, de campus ligt op ongeveer 250 meter boven zeeniveau. Dat betekent een flinke 700 meter klimmen, in de sneeuw, door de kou.


We vertrokken woensdagochtend rond een uur of 9.00 's ochtends om eerst nog wat proviand en gas te halen bij het lokale winkeltje. Ik had wat knäckebröd bij, stukje chocolade (snelle energie), een drietal appels en nog een kwart spekkoek (meesterlijke powerfood). We zouden onderweg ons kamp opzetten om de volgende dag de top te bereiken en weer terug te keren. Bergaf is immers vele malen sneller dan bergop, vandaar dat we het in twee etappes verdeelde.
Vanaf het miniwinkeltje was het eerst een uurtje lopen over verharde, maar besneeuwde wegen. Al gauw kwamen we bij het punt waar we toch echt onze sneeuwschoenen (te lenen bij de mediatheek in de school!) onder onze schoenen moesten binden.

De eerste ontmoetingen met de meterdiepe sneeuw verliepen lacherig en een aantal valpartijen later waren we de schoenen toch meester geworden. Het ploeteren door onbelopen sneeuw valt echt niet mee. Het is alsof je een baan maakt door mul zand, maar dan nog eens een dertig centimeter wegzakt voordat je eigenlijk je volgende voet voor kunt zetten. We wisselden de koploper steeds af, net zoals bij het wielrennen. Als je eenmaal even vooraan hebt gelopen en je belandt achteraan, dan is het alsof je loopt op stukjes wolk: zo'n wereld van verschil maakt dat! Toch was het verre van licht, omdat je ook nog eens een flinke rugzak met ongeveer 15 kilo op je rug hebt.

Zigzaggend naar boven wandelden we door sparrenbossen met hier en daar een verdwaalde grove den. Ons pad constant gekruisd door sporen van eland of haas. Daar waar de takken van de bomen laag hingen was de sneeuw tegen de boom en tak op gewaaid en vormden zo natuurlijke holten. De rotsen die normaal zo nadrukkelijk aanwezig zijn, waren ook hier helemaal bedolven onder sneeuw. Het enige teken dat ze er waren was als je er met je sneeuwschoen tegenaan schampte.

De bossen werden afgewisseld door witte sneeuwvlakten met hier en daar oude bomen en wat jong spul wat net met de piek boven de sneeuw uitstak. Het waren stiekem steile hellingen, vandaar dat we om de twintig meter een scherpe bocht moesten maken. Gelukkig had de voorste loper beschikking over een stok waarmee hij zich kon tegenhouden of om te gebruiken als extra steunpunt.

Het weer was erg goed. Stralendblauwe hemel met een warme zon. Met vier lagen kleren aan krijg je het op die manier wel erg snel warm! Die warmte had je echter wel nodig, want zodra de zon achter bomen of bergrichel verdween werd het in een keer ijzig koud. Een verschil ongekend.

Met een mooie tocht achter de rug vonden we het rond 15.00 tijd om ons kamp op te slaan en te gaan zorgen voor eten. Het wordt hier eerder en sneller donker dan in Nederland. Daar kun je je nog verschrikkelijk in vergissen. Gelukkig waren we op tijd met het maken van onze stek, maar het duurde al snel twee uur voordat alle tenten er stonden en een groot kampvuur was gesticht. Allereerst moesten we een groot oppervlak platstampen met onze sneeuwschoenen. Over een oppervlakte van bijna 40 m2 deden we dit. Je zou haast verwachten dat het dan wel stevig is, maar zonder sneeuschoen zakte je er tot aan je kruis in. Sneeuwschoenen aanhouden dus!
Op plek waar de tenten moesten komen te staan gingen we nog een stapje verder. Hier zouden we nog driekwart meter sneeuw wegscheppen om vervolgens de overgebleven sneeuw (en die was er!) verder aan te stampen met de sneeuwschoenen. Ook hier zakte je nog flink weg als je geen sneeuwschoenen aan had. De helft van ons ging bezig met de tenten, terwijl de andere helft (we waren met z'n vijven) zich bezig ging houden met het vuur. Bomen werden omgezaagd en verzaagd tot blokken bevroren brandhout. Spar, den of berk, het maakte niet uit. Het avondeten volgde (bestaande uit rijst en zogenaamde visbollen - de gehaktballen onder de vis, veredeld kattenvoer zullen we maar zeggen). Rond 20.00 lagen we al in bed. Het was op dat moment pikke-, maar ook echt, pikkedonker!

Diep weggekropen in winterslaapzak en fleece binnenhoes hadden alleen onze gezichten contact met de buitenwereld. Binnentent of buitentent, het maakte niet uit. Koud was het toch, of het nu 5 of 10 graden vriest. De enige momenten dat ik wakker werd was omdat mijn neus door en door koud was, of als ik even op de andere zij moest gaan liggen. Gelukkig heb ik het de hele nacht niet koud gehad, behalve toen ik er even uit moest om gele sneeuw te maken. Later hoorden we dat het op de berg -25 was! But we survived!

De volgende ochtend met tegenzin de slaapzak opengeritst om vervolgens je langzaam maar zeker aan te kleden. Als je slim was geweest had je je kleren in je slaapzak gelegd, zodat deze warm waren. Het enige wat ik buiten de slaapzak had laten liggen was mijn broek, die had ik over mijn voeten heen gelegd. Deze was dan ook bevroren (met wat resterend sneeuw is dat zo gepiept bij -15 of kouder!). Gelukkig kon ik nog een broek lenen van iemand anders. Het koudste waren nog de schoenen die geheel stijf waren van het ijs. Binnen no-time waren mijn tenen afgekoeld tot omgevingstemperatuur, warm lopen of springen hielp niet echt. We moesten gewoon de sneeuschoenen onderbinden en weer op weg gaan!

We deelden ons op in twee groepen, twee van ons gingen terug naar huis en drie van ons gingen verder naar de top van de berg - waaronder ik. Na een klein kwartiertje wierpen we onze rugzakken af en baanden ons een weg naar boven (het was nog zeker een meter of 300 klimmen naar boven). Wandelen zonder rugzak scheelde een hoop energie, hoewel de steilheid van de berg ons bleef tegenwerken. Op een gegeven moment kwamen we zowat boven de boomgrens en dat merkten we meteen door de snijdende koude wind die ons tegemoet kwam blazen. De sneeuw aan de top was hard als ijs dus dat liep een stuk makkelijker.

Eenmaal aan de top was het uitzicht onbeschrijfelijk - maar ik probeer 't toch. Zo ver als je kon kijken zag je bergen en bomen, besneeuwde toppen en de bevroren Glomma/Glåma die zich als een slang door het landschap snijdt. Op de top vonden we twee kleine houten hutjes, waarschijnlijk voor onderzoekers of als schuilgelegenheid. Eentje daarvan was open en voor de helft volgesneeuwd. Van de dekking die het ons bood namen we maar al te graag gebruik. Na een half uurtje op adem gekomen te zijn, vertrokken we weer naar beneden. Bergaf ging vele malen makkelijker omdat de weg al gebaand was.

Hier nog wat linkjes naar filmpjes uit Noorwegen, gemaakt door Floris:

maandag 8 februari 2010

Fietstocht Evenstad - Koppang

Vandaag de ondergesneeuwde mountainbikes maar eens opgezocht. De planning was om met z'n vijven naar Koppang (zo'n kleine 20 kilometer verderop) te fietsen. Dat is namelijk een groter dorp met wel twee (!!!) supermarkten en een aantal ander soort type winkeltjes...

Een deel van ons haakte al eerder af vanwege de kou die door schoen en handschoen drong, of gewoonweg door last aan de spieren. Samen met Lennart ben toch ik doorgefietst naar Koppang. Het was zeker de moeite waard, mooie tocht, goed te fietsen (op besneeuwde wegen!), hoewel de kou ervoor zorgde dat uitgeademd waterdamp aan baard en haar vastvroor. Hier en daar vreemd aangekeken door aan voorbijrazende Noor (vaak met telefoon in de hand), maar ach, wat kon ons het schelen. Waar een weg is, kan gefietst worden! Uiteindelijk in Koppang aangekomen te zijn, bleek er een SPAR te zijn met een zeer ruime keus aan producten. Zeker als je het vergelijkt met het winkeltje waar we normaal onze boodschappen doen!

Eenmaal de rugzakken volgeladen met allerhande voedsel realiseerden we ons dat we ook nog heel het eind terug moesten, door de kou, over de witte wegen. Gelukkig kent het plaatsje een klein station waar we de trein pakten naar Stai (eerste halte verder) en vanaf daar (zo'n 9 kilometer) terug fietsten naar Evenstad, met de nodige stops. We hadden immers genoeg voedsel bij voor een week of 3 - 4. Bij een van de stops, hoorden we plotseling een geluid uit de omliggende bergen. Goed luisterend leek het verdomd veel op jankende wolven, eerst eentje - daarna meerdere. Hoewel dit deel van Noorwegen bekend staat om haar (kleine) wolvenpopulatie zou het een bijzonder (en zowat zeldzaam) fenomeen zijn deze dieren te horen.

Terwijl wij onszelf gewoon voorhouden dat dit wolven waren, is het stiekem veel aannemelijker dat het een stel sledehonden zijn geweest. Want ja, waar sneeuw is, zijn ook sledehonden... ;)

zaterdag 6 februari 2010

Het oog wil ook wat

Na een avondje doortrekken op 'Oslo Lufthavn' was het dan gisterenochtend (7h05) zover om de trein te pakken richting Evenstad, met een overstap in Hamar. Aangezien we met z'n vieren zijn, was dat een heel gedoe! 4 x 50 kg (ofwel, 4 hikerugzakken plus 4 koffers van minimaal 20 kg en dan nog eens 4 laptoptassen met 10 kg daarin) en dan waren er ook nog 's twee fietsen die mee moesten. Goed, we hebben het gered en het was de moeite waard, dat gesjouw dan. Vandaar dus een bericht met weinig woorden en wat foto's!

Uitzicht vanaf mijn kamertje, in zuidelijke richting:


Studentenwoninkjes op de campus:


Het-ziet-eruit-als-een-kerkje-maar-het-is-een-feestzaal-gebouw:


De bevroren en overgesneeuwde rivier Glomma / Glåma, waarover wij naar de winkel moeten om eten te halen, 's zomers moeten we over de brug die een eindje verderop ligt:


Station Evenstad - veredelde bushalte:



Van nu af aan kunnen, als het goed is, ook mensen die geen account hebben bij google whatsoever ook reageren. Hoe mensen zonder google-account ook bij kunnen blijven van de updates van deze blog is nog niet uitgepluist. Dat komt nog wel! :)

-Willem.